Nieuws

Blauwe Koffiekan
Rubrieken: Nieuws, Verhalen en Beelden, Rondje Kunst Keizer Karelpark
Gepubliceerd:
Laatste update:
Bron: Karin de Koning/redactie MijnAmstelveen
’s Nachts, als iedereen slaapt, sluipen er soms monsters door Amstelveen. Je ziet ze niet, je hoort ze niet, maar ze zijn er wel degelijk. Ze komen uit Monsterland aan op Station Amstelveen, met de trein van kwart over mist.
Johan Elfner kan het weten. Hij woont in Station Amstelveen en hij heeft een jeugdboek over hen geschreven, met als titel ‘Monsterstation kwart over mist’. Hij had het eerst in het Zweeds geschreven voor Zweedse jongeren. Daarna is het vertaald, zodat de jeugd in Amstelveen ook lekker kan griezelen.
Die monsters dus, wat komen die doen in Amstelveen? Logeren in de Bed & Breakfast van Station Amstelveen natuurlijk. Maar dat niet alleen. Ze willen kennelijk ook iets anders, iets wat ook Johan niet weet. Als Johan en zijn gezin en alle gasten slapen, sluipen ze de deur uit, de Ouderkerkerlaan door, langs het OntmoetingLokaal en langs het KunstLokaal SAKB.
Ik heb ze een keer betrapt en ben toen stiekem achter ze aan gegaan. Zwarte griezels met vonkende ogen.
Ze haastten zich de Ouderkerkerlaan af, staken stoutmoedig het Keizer Karelplein over en gingen de burgemeester Rijnderslaan in. Na een paar bochten stopten ze. Bij de grote koffiekan van Klaas Gubbels, die daar voor het gebouw van Zwitserleven Verzekeringen in het water staat.
Zouden ze hier koffie gaan drinken? Misschien wel de lekkerste koffie van de monsterwereld? En niet zo’n miezerig kannetje, maar een flinke pot. De monsters sprongen in de lucht en kukelden zo het water in. Oh, maar dat was ook de bedoeling natuurlijk, want om bij de koffiekan te komen, moet je wel door het water. De kan staat er middenin.
Stiekem keek ik vanachter de bosjes toe. Hoe gingen ze dat doen? Die koffiekan heeft drie tuiten en geen handvat. Hoe wilden ze daar koffie uit schenken?
Toen herinnerde ik me uit mijn verre kindertijd dat monsters geen koffie lusten. Ze drinken alleen thee. Wat kwamen ze hier dan doen? Ze plonsden en spetterden door het water naar de kan toe. Ze leken veel plezier te hebben, maar je hoorde ze niet lachen of gillen, alles gebeurde in stilte. Toen beklommen ze de koffiekan en roetsj gleden ze een voor een langs de tuiten naar beneden het water in. En weer omhoog, en weer roetsj omlaag. Wat hadden ze een lol! Ik maakte stiekem wat foto’s van ze met mijn mobieltje en vond dat ze schitterende glijbanen in dit kunstobject gevonden hadden.
Toen, ineens, stopte het gespetter. Ze gingen naar de kant en, drijfnat, zetten ze het op een rennen terug naar Station Amstelveen.
De volgende dag sprak ik Johan en ik vroeg of de gasten goed geslapen hadden. Hij trok een wenkbrauw op en zei: ‘Ik denk het wel, ik kreeg ze vanochtend niet uit bed. Wat wel gek was, was dat hun kleren en hun haren nat waren. Dat is iedere keer het geval als deze gasten komen’. Ik pakte mijn mobieltje om hem de foto’s te laten zien, maar ontdekte toen dat er op de foto’s alleen de koffiekan te zien was, geen monsters…
In 2019 was er in Museum Jan een tentoonstelling van het werk van Klaas Gubbels ter gelegenheid van zijn 85e verjaardag.. Deze tentoonstelling was onderdeel van ARTZUID Annex Amstelveen. Op de route van Museum Jan naar Amsterdam-Zuid waren in de openbare ruimte kunstobjecten van Klaas te zien. De ‘blauwe koffiekan’ is in Amstelveen gebleven.
Zie over Klaas Gubbels: https://hollandsemeesters.info...
Zie ook: Johan Elfner, Monsterstation kwart over mist, uitg. Wholesome Media, 2021.
Karin de Koning

Foto's Redactie MijnAmstelveen