Duurzaamheid en Natuur

De energietransitie is van alle tijden
Rubrieken: Duurzaamheid en Natuur, Mijn Historisch Amstelveen, Nieuws
Gepubliceerd:
Laatste update:
Bron: Vereniging Historisch Amstelveen/M
Op dit moment is Nederland voor zijn energievoorziening afhankelijk van aardgas. Het belangrijkste probleem is dat verbranding van aardgas CO2 oplevert, een broeikasgas dat bijdraagt aan de opwarming van de aarde. Het klimaat verandert daardoor en dat kunnen we merken aan extreme regenbuien, afgewisseld door droogte en hitte. Maar het gebruik van aardgas is niet alleen slecht voor het milieu, ook is het onderhevig aan geopolitieke risico’s en prijsfluctuaties en is de hoeveelheid beschikbaar gas eindig.
Nederland wil in 2050 klimaatneutraal zijn, wat betekent dat dan het gebruik van fossiele brandstoffen voor de energievoorziening zoveel mogelijk is beperkt en de resterende broeikasgassen worden gecompenseerd. Het proces dat naar dit doel moet leiden wordt de energietransitie genoemd.
Energiebronnen komen en energiebronnen gaan
Het is niet de eerste energietransitie, die de Nederlander meemaakt. In het verleden is meerdere malen van energiebron gewisseld. Hout werd grotendeels vervangen door turf, toen dit vanaf de 16de eeuw op grotere schaal te winnen was. In de 19de eeuw werden kolen de dominante brandstof en vanaf het eind van de 19de eeuw kwam ook petroleum op als brandstof voor lampen en verwarming. Tegelijkertijd kwam gas als energiedrager in beeld. Amstelveen had al 1886 een gasfabriek van de Imperial Continental Gaz-association, een onderneming die in heel Europa actief was. Deze fabriek kwam als gevolg van de annexatie in 1896 in Amsterdam te liggen.
In 1916 ging Amstelveen een overeenkomst aan met de Kennemer Electriciteits Mij uit Bloemendaal voor de levering van elektrische stroom en voor het maken van een plaatselijk elektriciteitsnet. Deze maatschappij ging kort daarna op in het Provinciaal Electriciteits Bedrijf in Noord-Holland (P.E.N), die de elektrische leidingen in Amstelveen in fases verzorgde. Het eerste gedeelte met een transformatorhuisje aan de Ouderkerkerlaan werd eind 1916 in gebruik genomen en een jaar daarna waren reeds 1350 van de 1550 gezinnen op het net aangesloten. Intussen was in 1916 het gemeentelijk elektriciteitsbedrijf gesticht, waaraan het P.E.N. de elektrische stroom voor Amstelveen leverde. De winst op deze stroom was een bron van inkomsten voor de gemeente. Dit duurde tot 1938 toen het elektriciteitsbedrijf aan het P.E.N. werd verkocht.
In juni 1925 kwam ook een gemeentelijk gasbedrijf tot stand. Het afsluiten van een overeenkomst met Amsterdam over gaslevering was de aanleiding. Amstelveen werd aangesloten op het hoofdstedelijk gasnet en kreeg stadsgas (gas gemaakt van kolen). Voor het gas kon worden betaald met gasmunten en deze werden onder andere verkocht door winkeliers. Ook de leverantie van gas leverde inkomsten op voor de gemeente. Het gas- en waterbedrijf was gevestigd aan de Smedemanstraat.
Gaspropaganda
Het gebruik van gas werd op diverse manieren gepromoot. Zo was er in oktober 1927 een gasexpo aan de Amsterdamseweg, waar het gasbedrijf van Amstelveen en de firma H. Koudijs uit de Stationsstraat lieten zien wat er met gas allemaal mogelijk was.
In de jaren dertig van de twintigste eeuw was er een grote economische crisis met krimp van de economie en hoge werkloosheid. De directeur van het gasbedrijf signaleerde een voortdurende daling van het gasgebruik. De economische omstandigheden zorgden ervoor dat in het huishouden ook op gas werd bezuinigd. Maar hierbij kwamen ook nog de lage petroleumprijzen, die het gasbedrijf grote concurrentie aandeden. Elektrisch koken was ook in opkomst en concurrerend voor het gebruik van gas.
In de gemeenteraad van Amstelveen was toen een discussie over gaspropaganda. In alle gemeenten verminderde het gebruik van gas en sommige gemeenten hadden de gasprijzen al verlaagd. Dat kon in Amstelveen niet, omdat het afhankelijk was van de Amsterdamse gasprijzen. Er was slechts een geringe winst. Daarom moest een propagandist worden aangesteld die huisvrouwen kon voorrekenen dat het gas het meest voordelig was en hoe het economisch te gebruiken was. Uit proeven bleek dat het koken van een maaltijd voor vier personen slechts 3 ½ cent aan gas kostte bij een goed gebruik.
In december 1935 werden de tarieven voor gas toch verlaagd en was de prijs van een gaspenning 5 cent per stuk. De gaspenningen bleven nog tot in de jaren zestig in gebruik.
Gastransitie
De vondst van een grote gasbel eind jaren vijftig bij Slochteren in Groningen maakte het mogelijk dat Nederland in rap tempo van steenkolen en stadsgas naar aardgas kon overschakelen. In Amstelveen werd dit ‘Operatie aardgas’ genoemd. Op Plein 1960 (nu een onderdeel van het Stadshart) stond een aardgasvoorlichtingscentrum waar men voor informatie terecht kon over stoken en koken op aardgas. Door een grondige voorbereiding ging de gastransitie voorspoedig. Bovenkerk werd als eerste aangesloten op het aardgas. Aardgas werd de dominante brandstof voor koken en verwarmen. In 1967 betrok het Gas- en Waterbedrijf een nieuw pand aan de Van Heuven Godhartlaan. De snelle opmars van aardgas betekende de doodsteek voor kolenhandelaren. Per 1 september 1968 hield bijvoorbeeld Olie- en brandstofhandel Lehman uit de Dorpsstraat op te bestaan en dat gold voor meer kolenhandelaren.
Bronnen
Verslagen van de gemeenteraad, J.W. Groesbeek, Acht eeuwen Amstelveen, Amstelveens Weekblad
Foto's:
Smedemanstraat met links op de foto het Gas- en Waterbedrijf in 1941 (Beeldbank Amstelveen)
Gasmunt gasbedrijf Nieuwer-Amstel (Amstelveen) (particuliere collectie)