
Sporticoon Jolanda de Rover: “Omdat ik als kind van tien jaar last van mijn rug had...”
Gepubliceerd:
Laatste update:
Auteur: Dirk Landsaat
Bij binnenkomst feliciteer ik mijn Sporticoon van deze aflevering, Jolanda de Rover allereerst met het kersverse wereldrecord van haar dochter Kira op de 50 meter rugslag. Haar verholen glimlach symboliseert een terecht trotse moeder. Maar ook van een bescheiden 57-jarige Amstelveense, die na haar imposante zwemcarrière, kan getuigen van een boeiend leven.
“Als kind had ik nogal last van mijn rug en onze dokter vond het verstandig dat ik ging zwemmen.” Begonnen in het Keerpunt, toendertijd het overdekte bad in Amstelveen; veel later vervangen door het Meerkampcomplex.
Jolanda toonde meteen al veel aanleg en werd lid van de Futen; de nu ruim tachtigjarige zwemvereniging, nog steeds actief in de Meerkamp. “Daarna ging het rap; ik ging al snel her en der wedstrijdjes zwemmen. Mijn vader heeft wat kilometers afgelegd om mij dat te gunnen.” Haar stem verraadt nog steeds haar dankbaarheid. Rugslag werd haar specialiteit; de 200 meter haar topafstand. Zo begon een lange carrière waarin een getalenteerde, hardwerkende zwemster, uitgroeide tot een wereldtopper. Nog maar 20 verbaasde Jolanda de wereld in 1984 met goud en brons in Los Angeles.
Samen met de nog jeugdiger Petra van Staveren -goud op de 100 m. schoolslag- gaf ze de superieur geachte Amerikanen het nakijken. “We waren niet eens uitgesproken favorieten voor een medaille, laat staan voor de titel”, zegt ze gniffelend.
Ook al verdiende ze er geen cent mee en moest er veel en lang trainingsarbeid worden verzet, Jolanda kijkt met plezier en bescheiden trots terug op haar zwemcarrière.
“Er is in al die jaren natuurlijk veel veranderd in de topsport” zegt ze, zonder een spoortje van jaloezie verwijzend naar de faciliteiten die haar dochter momenteel geniet.”
Wetend dat roem niet eeuwig duurt en er later toch brood op de plank moest komen is ze aan de studie gegaan bij de ALO.
Nadat ze in 1988 definitief met zwemmen stopte, was ze een jaar later eerstegraad bevoegd sportleraar. En dat was de start van opnieuw een lange carrière: nu in het onderwijs. De eerste vier jaar als vakdocent gymnastiek op de Panta Rhei. Als bijzonder intermezzo volgde daarna iets heel anders: acht jaar zwembadmanager bij de Meerkamp. Het onderwijs bleef echter trekken en sinds 2003 werkt ze bij Sport en Bewegen van het ROC in Amsterdam. Aanvankelijk leerde zij haar studenten hoe les te geven in de (zwem)sport. Toch liet ze zich bewust na een reeks van jaren omscholen.
“Ik hield altijd al van puzzelen, cijfermatige vraagstukken oplossen en dus geef ik nu alweer geruime tijd het vak rekenen, en ben, naast mentor ook nog roostermaakster”, somt ze bijna achteloos op.
Maar ondanks die switch heeft Jolanda het zwemmen nooit losgelaten. Door de jaren heen bleef zij bij verenigingen zwemlessen geven, gaat zij naar wedstrijden van haar dochter, kijkt eindeloos naar zwemmen op TV en hoopt er bij te zijn in “Tokyo”. “Ik hoorde van Kira dat er kans bestaat, dat de EK in 2025 gehouden wordt in het Ziggo Dome”, klinkt het enthousiast. “Stel je voor…..!”
De slotvraag of ze zelf nog wel eens een baantje trekt, beantwoordt Jolanda in stijl: “eigenlijk heel weinig. In de Meerkamp is het mij bijvoorbeeld te druk en eerlijk gezegd: als ik in het water lig wordt er gezwommen en niet gebabbeld…Ja en dan zwem ik nog steeds te snel voor de recreanten…” Logische waarheid van een waar Sporticoon.
Fotobijschriften:
Sportief hoogtepunt: het jaar 1984 waarin zij in Los Angeles werd gekroond tot Olympisch zwemkampioene op de 200 meter rugslag (en passant ook brons veroverde op de 100 meter)

V.l.n.r. Petra van Staveren, Annemarie Verstappen, Jolanda de Rover en Conny van Bentum.