Nieuws

Column – Kijken met de ogen van de ander
Rubrieken: Nieuws, Verhalen en Beelden
Gepubliceerd:
Laatste update:
Bron: Hans de Weers
Na 35 jaar opbouwwerk — in de Jordaan, Alkmaar en 22 jaar in Amstelveen — heb ik geleerd dat echte verbinding nooit van bovenaf komt. Ze begint met gesprekken aan de koffietafel, bij de buurtborrel of buurtbarbecue, in het taalcafé of tijdens een gezamenlijke maaltijd. Dáár gebeurt het: mensen die elkaar ontmoeten, een praatje maken, lachen, luisteren, soms klagen — maar altijd samen.
In Amstelveen zie ik dat nog steeds elke week gebeuren. Vrijwilligers die buurtkamers en wijkcentra draaiende houden, mensen die samen maaltijden organiseren, inloopmiddagen begeleiden of taalcafés runnen. Ze doen het niet voor de politiek of voor applaus, maar omdat ze geloven dat samenleven begint met samen doen. Deze plekken bieden iets wat we in Nederland soms dreigen te verliezen: sociale warmte, ontspanning en het gevoel dat je er mag zijn, ongeacht waar je vandaan komt.
Op zulke momenten zie je waar Nederland sterk in is.
Burendag, NL Doet — dat zijn geen kleine gebaren, dat zijn de wortels van ons samenleven. En wat me opvalt: lokale politici, van VVD tot D66 en PvdA, steunen dit met overtuiging. Ze werken sámen, schouder aan schouder, omdat ze zien dat verbinding niet links of rechts is, maar menselijk.
Dan vraag ik me af: als dat in Amstelveen kan, waarom dan niet in Den Haag?
We leven in een tijd waarin verschillen veel aandacht krijgen. Tegenstellingen krijgen een podium, terwijl wat ons bindt te weinig aandacht krijgt. Een deel daarvan komt door hoe campagnes tegenwoordig worden gevoerd. Op sociale media – van Facebook tot TikTok – zie je vooral emoties: verontwaardiging, humor, angst. Korte filmpjes en felle meningen krijgen meer aandacht dan nuance of dialoog. Televisie mag dan nog de toon zetten, maar het zijn de algoritmes die bepalen welk verhaal blijft hangen. En dat verhaal is vaak scherper, harder, en minder menselijk dan het echte leven.
Maar wie even wegkijkt van dat scherm en een wijk binnenloopt, ziet iets heel anders. Daar zie je de gepensioneerde die wekelijks kookt voor de buurt, de scholier die helpt in het taalcafé, de nieuwkomer die vrijwilligerswerk doet bij de kinderboerderij. Dat is het Nederland waar ik in geloof.
Ook in dorpen en steden door het hele land zijn zulke voorbeelden te vinden. In Friesland waar dorpshuizen samen maaltijden organiseren, in Limburg waar buurtbewoners elkaar helpen met energieklussen, in Rotterdam waar jongeren de straat op gaan om contact te maken. Studenten in Haarlem wonen samen met ouderen in ruil voor een kamer en gezelschap van de nieuwe generatie.
Zulke initiatieven verdienen een plek in de Tweede Kamer. Niet als voetnoot, maar als inspiratiebron.
Politiek leiderschap is niet alleen reageren op angst of problemen, maar richting geven met rust, empathie en overtuiging. Juist nu, met de spanning rond veiligheid, migratie en vertrouwen, hebben we behoefte aan leiders die de moed hebben om te zeggen: we delen meer dan we denken.
Ook met politieke tegenstanders kun je gedeelde waarden benoemen. Veiligheid, bestaanszekerheid, respect. Dat zijn geen partijwoorden, dat zijn menselijke woorden. Daar knapt een samenleving van op.
We hoeven niet allemaal dezelfde bril te dragen. Maar we kunnen wél leren om met elkaars ogen te kijken.
En wie dat doet, ziet een land dat niet verscheurd is, maar vol stille bruggen gebouwd door gewone mensen, in gewone buurten, die laten zien hoe samenleven wél werkt.